Burgemeester en Wethouders hopen hiermee te voorkomen dat de kwestie zich nog veel langer voortsleept, zo blijkt uit een brief van B en W aan de gemeenteraad. Vorige week nog meldde het college in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van rechter Jaap de Vroome. Die vonniste dat de gemeente onvoldoende grond heeft om franchisenemer Hans Hendrikse van Albert Heijn een pachtcontract voor de benodigde grond te onthouden. Een vergunning voor de tijdelijke winkel is er al.

Bezwaren wegnemen

,,Als wij tot afspraken kunnen komen waarbij onze bezwaren worden weggenomen, dan zijn wij bereid het hoger beroep in te trekken’’, schrijven B en W aan de raad.

Hendrikse en Ahold Vastgoed spanden een rechtszaak aan tegen de gemeente met de eis dat de gemeente een pachtcontract verstrekt. Aan het eind van de zitting riep De Vroome de gemeente nog op met Albert Heijn in gesprek te gaan. De gemeente liet toen weten geen gesprek te willen. Dezelfde verklaring kwam eerder ook toen een raadsmeerderheid opriep tot een gesprek met Albert Heijn.

Achter de oren krabben

De gemeente had twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan. Die termijn liep afgelopen donderdag af. Burgemeester en Wethouders hebben daarom alvast het beroep aangetekend, maar zich hebben direct daarna nog eens achter de oren gekrabd, staat in de brief. ,,We beseffen dat het hoger beroep veel extra tijd kan gaan kosten. Bovendien blijft de onduidelijkheid voor de duur van het hoger beroep bestaan. We zijn daarom op zoek gegaan naar alternatieven.’’

,,Wij staan nog steeds open voor overleg’’, stelt Hans Hendrikse in een reactie. Ook hij hoopt op een doorbraak, maar hij kan er inhoudelijk nog niet veel over zeggen. ,,Het is afwachten waar de gemeente mee komt.’’

Langslepende kwestie

De kwestie tussen Albert Heijn en de gemeente sleept zich al minstens vijf jaar voort. De AH-vestiging aan de Stationsweg is te krap en verouderd. Aanvankelijk waren er nieuwbouwplannen van projectontwikkelaar Leyten op het PBH-terrein. Vooruitlopend daarop zou Hendrikse een tijdelijke winkel van de gemeente mogen bouwen. De plannen van Leyten liepen stuk op planologische bezwaren, uiteindelijk heeft Leyten het hele terrein verkocht aan de gemeente. Maar de gemeente trok de toezegging voor de tijdelijke winkel in, omdat die het maken van een definitief centrumplan voor Zuidlaren te veel zou vertragen.