ophoging subsidie landelijke politieke partijen

Geachte mevrouw Arib,

Op 19 september jl. heeft de Tweede-Kamer de motie-Jetten c.s. aangenomen. In deze motie wordt de regering verzocht om in de begroting voor 2020 het budget voor de ondersteuning van parlementariërs structureel te verhogen met 10 miljoen euro en de subsidie aan politieke partijen tot en met 2024 met 9 miljoen euro per jaar te verhogen en daarna structureel met 5 miljoen euro.

Het voorstel van het kabinet is om voor de periode 2020-2024 de subsidie voor landelijke politieke partijen te verhogen met € 8.650.000 per jaar. Deze politieke partijen mogen zelf bepalen hoe zij de extra subsidie over de verschillende organisaties binnen hun partij willen verdelen. Zo kan een partij ervoor kiezen om deze extra subsidie hoofdzakelijk te benutten om de landelijke partijorganisatie te versterken bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022.

Echter, de grootste landelijke stroming, de onafhankelijke partijen in zowel de Provincies als de gemeenten, blijken hiermee wederom buitenspel te worden gezet. De financiële mogelijkheden van de onafhankelijke partijen zijn daarmee uitermate ongelijk aan die van de landelijke partijen. Hierdoor is er geen sprake van een gelijke behandeling, zoals omschreven staat in art 1 en 4 van onze Grondwet. Voor een gezonde, goed functionerende democratie vinden wij dit gelijkheidsbeginsel essentieel.

Zeker, Uw kamer heeft in 2018 in dit kader het Kennispunt lokale partijen ingesteld, dat tot taak heeft de bestuursleden, vrijwilligers en leden van decentrale partijen te ondersteunen bij bijvoorbeeld de inrichting van verkiezingscampagnes en het werven – en selecteren van kandidaat-volksvertegenwoordigers. Hiervoor wordt de aankomende jaren structureel € 350.000 beschikbaar gesteld. De vraag is of dit alleen ten goede komt aan de onafhankelijke plaatselijke partijen, of dat de landelijke partijen met hun plaatselijke afdelingen, hier ook van kunnen profiteren. In dat geval is er van enige balans helemaal geen sprake meer. Dan worden de onafhankelijke partijen, de grootse stroming in het land, marginaal bediend, terwijl de landelijke partijen maximaal worden gefaciliteerd. De gevestigde orde ontvangt (2018) 17 miljoen aan subsidie. Daar komt volgens de aangenomen motie een verhoging met € 8.650.000 per jaar bij.

De onafhankelijke partijen hebben wederom het nakijken. Deze gang van zaken sterkt ons in de overtuiging dat het kabinet de lokale partijen willen afzwakken en marginaliseren ten faveure van de grote partijen. Dit is onze Nederlandse democratie onwaardig en is een onwenselijke ontwikkeling.

U bent de onafhankelijke, gekozen voorzitter van ons parlement van volksvertegenwoordigers. Wij doen een beroep op u om te bewerkstelligen dat ook onafhankelijke, lokale partijen fatsoenlijk worden gefaciliteerd als vertegenwoordigers van het volk. Deze lokale, onafhankelijke partijen willen wij graag op een zelfde wijze gefinancierd zien als de landelijke partijen. Dit is in lijn met artikel 1 en 4 van de grondwet en het gelijkheidsbeginsel.

Wij zijn ervan overtuigd dat wij recht hebben op een gelijke behandeling en wij zijn voornemens deze rechtsgelijkheid juridisch af te dwingen, mochten uw inspanningen niet tot het gewenste resultaat leiden. Wij vertrouwen er echter op dat wij van u een reactie mogen ontvangen en dat u  voorstellen zult doen om tot gelijke behandeling van volksvertegenwoordigers van zowel landelijke als plaatselijk onafhankelijke partijen te komen.

In afwachting hiervan verblijven we met vriendelijke groeten,

  1. H. Kloos, fractievoorzitter Leefbaar Tynaarlo